Blog

Bedrijfswaardering, welke methode? EBITDA-multiples of DCF-methode

EBITDA Multiples worden de laatste jaren steeds vaker gebruikt voor een indicatieve bedrijfswaardering. De methode is snel, eenvoudig en behoorlijk nauwkeurig. Maar het is wel een momentopname. Deze is minder geschikt is voor start-ups en sterk groeiende bedrijven.

Er zijn vele methodes om tot een bedrijfswaardering te komen. En elke methode heeft zijn voor- en nadelen. In navolging van beursgenoteerde bedrijven. Hier wordt deze methode al veel langer  gebruikt. Het waarderen op basis van multiples heeft de laatste jaren flink terrein gewonnen. De multiple wordt uitgerukt wordt als ‘factor x de brutowinst’ of ‘factor x de omzet’.

In het MKB kijkt men vooral naar transactie-multiples. Die zijn gebaseerd op de recente transactieprijzen van vergelijkbare bedrijven. Het grote voordeel van het gebruik van multiples is dat de methode snel en behoorlijk nauwkeurig een indicatie geeft van de actuele waarde van een bedrijf. Zo blijkt uit de Overname Barometer dat voor een gemiddeld bedrijf in de sector IT, Online & E-commerce 6,25 keer de brutowinst wordt betaald. Dit tegen een multiple van 3,55 keer de brutowinst voor een bedrijf in de detailhandel.

Dit geeft een beeld van wat op dit moment voor vergelijkbare bedrijven in de betreffende sector wordt betaald en is een starting point voor de prijsonderhandelingen.

Valkuilen EBITDA multiples

Hoewel een waardering op basis van EBITDA multiples snel een indicatie geeft over de waarde van een bedrijf, zijn er ook een aantal valkuilen. De transactie-multiples zijn een reflectie zijn van de actuele waarde van een bedrijf. Dit maakt ze minder geschikt voor bedrijven met grote financiële fluctuaties zoals start-ups, verlieslatende bedrijven of bedrijven met een steile groeicurve.

Bij een start-up met veel potentie of een groeibedrijf met stevige toekomstprognoses, zou een waardering op basis van actuele transactieprijzen geen realistisch beeld geven omdat een groot gedeelte van de waarde in de toekomst ligt besloten.

Een ander probleem bij het waarderen op basis van EBITDA multiples is het vinden van een goede peer group van vergelijkbare ondernemingen. Dit zijn vaak bedrijven in dezelfde sector met een vergelijkbare omvang van de brutowinst of EBITDA. Maar daarnaast spelen ook andere factoren een rol bij de uiteindelijke verkoopprijs. Hierdoor is een vergelijk soms lastig. Denk hierbij aan de regio waar het bedrijf zich bevindt of eventuele synergiemogelijkheden voor de koper.

Daarnaast worden in de praktijk vaak een aantal correcties toegepast op de verkregen multiples. Het blijkt dat kleinere MKB-bedrijven vaak een lagere multiple hebben dan grotere MKB-bedrijven. Dat heeft te maken met de afhankelijkheid van het management of van enkele grote klanten. Zo’n correctie kan soms wel oplopen tot twintig procent van de oorspronkelijke multiple.

Cross check

Waarderen is uiteindelijk geen exacte wetenschap. In de praktijk is het daarom verstandig om meerdere methodes naast elkaar te hanteren. Multiples geven daarbij een snelle eerste indicatie en zijn vaak een cross check gebruikt voor de meer fundamentelere Discounted Cashflow-methode (DCF). Deze kijkt naar toekomstige kasstromen. Deze combinatie tussen de wijsheid van de markt (multiples) en inzicht in de waarde van een bedrijf (DCF) vermijdt ordinaire koehandel en leidt in ieder geval tot zinvolle discussie over de werkelijke waarde van een bedrijf.

 

 

Bron Brookz.

COPYRIGHT 2018: BCG CORPORATE FINANCE | WEBDESIGN: HEERS